En wat vervolgens ook standaardprocedure lijkt: na de schorsing krijgt altijd degene die om de schorsing vroeg als eerste het woord. Waarom is dat?
Kennelijk zijn hier afspraken over, laat ik eens kijken of die in de digitale archieven te vinden zijn, is dan mijn gedachte. Dus ik op zoek in het RIS (Raadsinformatie systeem) waar wij als burgers zo prachtig in kunnen grasduinen. Maar ja, ik kon niks vinden. Dan maar vragen bij de samenstellers van al die RIS informatie, bij de raadsgriffie dus. Dus ik mailen naar raadsgriffie@almere.nl. Deze keer kreeg ik zo’n beetje per ommegaande antwoord van het hoofd van de raadsgriffie, Jan Dirk Pruim zelf. Perfect.
Griffier dol op schorsen
En dit is wat hij, per mail, vertelde:
Iedere deelnemer aan de vergadering kan een verzoek tot schorsing indienen. De voorzitter kan dat verzoek honoreren. Het is gebruikelijk dat het wordt toegekend.
Na de schorsing is de gewoonte dat degene die de schorsing aanvroeg het woord krijgt, met de bedoeling dat dan wordt aangegeven waarom de schorsing voor hem/haar nodig was en zo nodig wat de consequentie is. Bijvoorbeeld: “Voorzitter, ik heb een schorsing verzocht om even met mijn fractiegenoten af te stemmen of hier al dan niet een motie op zijn plaats is, maar dat gaan we niet doen”, of zoiets dergelijks. Eigenlijk is elke verklaring goed. Je mag om elke reden een schorsing aanvragen. Als het maar niet schorsen om het schorsen zelf is, met alleen als doel om de vergadering te vertragen of te belemmeren.
Als er op dat punt twijfels zijn, of als niet duidelijk is waarom een
schorsing nodig was, dan staat het natuurlijk andere vergaderaars vrij
om vragen te stellen.
Onze hoofdgriffier weet niet of het klopt dat er in Almere vaker wordt geschorst dan in Den Haag, maar hij zegt wel dat hij blij zou zijn als dat inderdaad het geval is. Hij geeft raadsleden namelijk voor het vergaderen altijd de tip: werk zo snel als kan, maar zo bedachtzaam als nodig is.
Dan zegt hij dus eigenlijk: zolang je iets kunt winnen door te overleggen met fractiegenoten of andere collega’s: altijd doen. Meer schorsingen duiden dan op een betere samenwerking.
Een transparant praktijkvoorbeeld
Een nadeel van schorsen is natuurlijk wel, dat wat daarin gebeurt niet altijd duidelijk is voor de tribune, maar ik ben tegen een treffend praktijkvoorbeeldje aangelopen waarin we dat wel mee krijgen.
Het speelde zich af op 13 november 2014. Er was een motie waarin de PvdA een woordje veranderen wilde. Er stond ‘noodzakelijk’ en daar wilde John van der Pauw ‘mogelijk’ van maken. Daarover lijkt wat irritatie te zijn bij Marco de Kat (Leefbaar Almere) en bij Toon van Dijk (PVV). Van Dijk zegt op zeker moment: “Als deze wijziging van de PvdA wordt doorgevoerd. Stemmen wij tegen.”
Vervolgens vraagt Willy-Anne van der Heijden (Groenlinks) een schorsing aan. Het gaat om haar motie en zij wil even overleg met de PVV. Dat weet ik, omdat deze schorsing zich nu eens voor een open microfoon afspeelde. Lekker transparant, zo kunnen we eens een keertje recht in de schorsingskeuken kijken. Als we de burgemeester mogen geloven is dit fragment tevens een treffend voorbeeld van polderen.
Klik op onderstaande link en bekijk dit fragment door te kiezen voor 5 plenair en dan onder het filmpje het verloopbalkje naar de juiste tijd te schuiven: 50:33. Het gaat mij om het gedeelte tussen 50:33 en 55:24. De schorsing is bij 52:52.
http://almere.notubiz.nl/vergadering/141503/Politieke+Markt+13-11-2014